Spero uit Elst is een jaar later als Vorden in de 2e klas terecht gekomen, nadat het in 2016 kampioen werd in de 3e klas. In de afgelopen 3 seizoenen heeft Spero aangetoond een lastige tegenstander te zijn voor de geel-zwarten, want in de 6 ontmoetingen werd er naar één keer gewonnen, één keer gelijk gespeeld en maar liefst 4 keer verloren (laatste 4 ontmoetingen). Spero heeft dan ook in deze 3 seizoenen in de 2e klas constant in de top gespeeld en een 5e, 2e en nogmaals een 2e plaats behaald. Vandaag pakte Vorden een punt tegen Spero, terwijl de gelijkmaker voor de ploeg in Elst pas in blessuretijd tot stand werd gebracht, maar gezien de hierboven genoemde feiten toch een goed resultaat, al was de winst wel heel dichtbij.

Spero kwam anders voor de dag dan dat wij gewend zijn van de dorpsclub uit Elst met 1500 (!) leden. Terwijl de verdediging van de groen-witten normaal gesproken enorm stabiel is en heel weinig weg geeft en in de omschakeling de voorhoede zeker zo’n drie á vier keer per helft er enorm gevaarlijk uit komt, waren zij nu apathisch, afwachtend en behoorlijk kwetsbaar achterin. Het kan natuurlijk ook door Vorden komen dat het spelbeeld zo anders was dan dat wij gewend zijn in de onderlinge potjes tussen beide clubs, want het 1e elftal speelde haar beste wedstrijd van dit seizoen tot nu toe. Met de ‘nieuwe’ achterhoede, die vanaf het begin goed stond, vertrouwd oogde en de betreffende spelers (Robin, Bart, Bas, Bas, Niels) in hun kracht bracht, had Vorden vanaf het begin het initiatief. Vorden 1 duwde het Spero naar achteren en had het middenveld, met Wiebe, Roy en Koen volledig in handen. Met fraaie combinaties en prima diepe ballen achter de verdediging werden Daan en vooral Gijs veel aan het werk gezet en volgde er alleen al vanaf de rechterkant in het eerste half uur vier prima voorzetten vanaf de achterlijn.

Als er dan toch een verbeterpunt genoemd dient te worden in het spel van Vorden, dan is het de bezetting in de 16-meter, want alle vier keer was bij de voorzet alleen Frank Hiddink aanwezig in het gevaarlijkste gebied van het veld. Vooral zoals Vorden speelt met een ‘diepe nummer 10’ moet bij een voorzet de tegengestelde buitenspeler in ieder geval aanwezig zijn voor het doel en tevens dus de genoemde ‘nummer 10’, maar het liefst ook nog de ‘nummer 6 of 8’ als tweede middenvelder. Maar dat moet je ook een beetje in je hebben als speler, meters maken voor niets of beter gezegd, meters maken ten behoeve voor een ander. Bijvoorbeeld als ‘nummer 10’ bij iedere voorzet ‘blind naar de 1e paal’ gaan, waardoor je altijd één of vaak zelfs twee verdedigers met je mee trekt, of als buitenspeler achterlangs kruisen en uitkomen rond de 11 meter. Dat zijn vaak meters die je niet maakt om de bal te krijgen of zelfs te scoren, maar vooral nuttig zijn voor de afleiding en het bewegen zonder bal, maar dat zit nu net niet in het ‘DNA’ van een aantal spelers. Spelers als Koen, Roy en Gijs zijn vooral erg goed in de ‘tweede bal’,  ff afwachten wat de voorzet of diepe of lange bal doet en dan via een goede timing en het hebben van inzicht de (tweede) bal veroveren. En zodoende werd het rendement van de vier voorzetten slechts 25%, toen in de 22e minuut een prima voorzet van Gijs van der Veen precies over de voorstopper viel en vanaf 10 meter uitstekend werd binnen gekopt door Frank Hiddink.

Vorden kreeg direct na deze 1-0 de beste kans tegen van de 1e helft, toen Spero uit een identieke situatie in de 25e minuut terug sloeg, alleen werd deze voorzet van rechts niet binnen gekopt, maar met een halve omhaal (‘melkbusse hoogte’) op doel geschoten. Met een katachtige redding door de bal uit de bovenhoek te tikken, liet Robin Verstege weer zien dat hij dit seizoen in alle drie wedstrijden eigenlijk de titel ‘Man off the Match’ verdiende, maar hem deze zondag ook echt kreeg.

Na de rust bleef Vorden veel energie in de wedstrijd stoppen, was het gretig, aanvallend ingesteld en werd er met veel inzet gestreden en gewerkt. Het bleef zodoende ook een aantrekkelijke wedstrijd waar onder heerlijke voetbalomstandigheden (voor de spelers tenminste) door beide ploegen in een hoog tempo op een nat maar goed bespeelbaar veld werd gespeeld. Tot echt uitgespeelde aanvallen kwam het echter in de 2e helft niet meer en hoe langer de stand dus maar 1-0 bleef, hoe meer je als verdediging en als elftal automatisch de neiging krijgt om deze stand over de streep te trekken. Spero daarentegen ging het laatste kwartier toch nog voor een punt spelen en bracht ook nog eens de levensgevaarlijke spits in het veld, die in de laatste drie seizoenen Vorden al een paar keer pijn had gedaan.

Toch bleef Vorden prima overeind en stond de verdediging goed en waren de diepteballen en aanvalsopzetten van Spero ook niet nauwkeurig genoeg om echt gevaarlijk te worden. Aangezien echter de stand maar steeds één doelpunt verschil bleef, krijg je toch dat je onder druk blijft staan en steeds meer ‘met de kont in de zestien’ komt te spelen. Zo ook in de 91e minuut toen een hoge bal eigenlijk te diep werd gespeeld en zodoende op zo’n 6 á 7 meter van het doel door Bas Kortstee goed naar de zijkant werd weg gekopt. De bal kwam echter bij de rechtsbuiten terecht, die met de rug naar het doel alsnog met een wegdraai actie tot een voorzet kon komen. De genoemde spits van Spero liet zijn klasse zien, door van deze indraaiende voorzet op knie hoogte toch nog iets te maken. Half uit de draai en de bal gedeeltelijk op het scheenbeen krijgend, haalde hij het maximale uit deze voorzet en bracht de stand op 1-1.

Zuur voor Vorden omdat de zo gewenste en gezien de strijd en inzet ook zo gegunde overwinning toch nog door de neus werd geboord. Gezien de situatie in 2I en de mogelijkheden die tegenstander Spero ook dit seizoen weer heeft (of beter gezegd nog weer krijgt) is het toch een goed resultaat en kan Vorden 1 op een goede manier verder op deze ingeslagen weg.